Ruimtelijke context
Introductie
Sinds september 2018 is het Fontys ICT InnovationLab gevestigd op het innovatieve Strijp-T in Eindhoven. Hier heeft FHICT inmiddels 4 Open ICT Labs (OILs) gerealiseerd, voortkomend uit het onderwijsconcept dat is gebaseerd op High Impact Learning that Lasts. Verschillende onderzoekseenheden uit het derde en vierde studiejaar zijn op 4.000 m2 in gebouw TQ gehuisvest.
Doel
De locatie Strijp TQ is niet alleen vanuit haar geschiedenis een unieke plek, maar onderscheidt zich ook door haar fysieke situering buiten de campus waar het werkveld structureel onderdeel uitmaakt van de leeromgeving. Dit hybride concept is relatief nieuw, duurder dan gebruikelijke Fontys huisvesting en vraagt om een proces van lerend veranderen.
Onderzoeksvraag
Onder welke ruimtelijke, financiële en organisatorische condities is het InnovationLab duurzaam op langere termijn? Hiervoor onderscheiden we een aantal scenario’s die worden uitgewerkt op basis van de dimensies Tijd, Ruimte, Mensen en Middelen. De data die we in onderzoekslijn C ophalen geeft input aan de scenario’s op basis van de vier hiervoor genoemde dimensies.
In dit deel van het onderzoek keken we aanvankelijk naar de financiële en organisatorische condities van het InnovationLab; de bezetting- en benuttingsgraad versus de exploitatiekosten. Hoe is de situatie nu en wat is er nodig voor de toekomst om een duurzame onderwijslocatie te realiseren? Dit was het vertrekpunt van lijn C. Door de invloed van COVID-19 en een wisseling in het onderzoeksteam ontstond de wens om breder te kijken en meer verbanden te leggen met de andere onderzoekslijnen. Dit heeft geleid tot het formuleren van nieuwe deelvragen op het gebied van fysieke nabijheid en fysieke identiteit.
De ruimtelijke context van het InnovationLab wordt in dit onderzoek op drie schaalniveaus ingedeeld: micro, meso en macro niveau. Op microniveau kijken we naar de ruimtelijke inrichting en uitstraling van het InnovationLab, op mesoniveau naar hoe het zich verhoudt tot de omgeving van Strijp-T en het macroniveau zoomt uit naar de rol van het Lab in de bredere vestigingsregio Brainport.
Thema’s
- Professionele ontwikkeling en welbevinden
We keken hoe de leeromgeving wordt ervaren door gebruikers; hoe is het welbevinden van studenten en docenten in het InnovationLab? We letten op de energiebronnen en stressoren die zij ervaren in het Lab. - Kenniscreatie en kennisdeling
Hoe belemmert of bevordert de locatie het ontstaan van innovatie? We onderzochten het proces van kennisontwikkeling en welke meerwaarde de locatie hierop heeft. Daarbij werd gelet op kennisdeling tussen bedrijven en het onderwijs en tussen bedrijven onderling. Met name georganiseerde events waarbij kennisdeling met het werkveld centraal stond zijn onderwerp van onderzoek geweest. - Samenwerking met het werkveld
Wordt de toevallige ontmoeting gestimuleerd door deze locatie? We onderzochten hoe onze partners de locatie ervaren en wat voor hen de meerwaarde en belemmeringen zijn. - Imago en identiteit
Wat betekent de fysieke nabijheid op Strijp TQ voor de relatie met de buurt en regio? We onderzochten welke samenwerkingsrelaties er al bestaan tussen het InnovationLab en de regio en welke potentie hiervoor is. Daarnaast keken we in hoeverre het InnovationLab een imago heeft als plek voor open innovatie.
Plan van aanpak
We maakten gebruik van methodische triangulatie: er zijn verschillende methoden toegepast om een zo compleet mogelijk beeld te vormen. Voor dit deel van het onderzoek maakten we gebruik van deskresearch, voerden we een benchmarkonderzoek uit naar vergelijkbare hybride leeromgevingen in Nederland, interviewden we locatiestakeholders, observeerden we gebouwgebruik en verandering qua inrichting en voerden we een buurt- en marktonderzoek uit.
De doelgroep bestond voor lijn C afhankelijk van schaalniveau uit vergelijkbare HLO, bedrijven, locatiestakeholders en partners, docenten en studenten. Voor het buurt- en marktonderzoek zijn resp. de bedrijven op Strijp-T en relevante bedrijven uit de Brainport Regio bevraagd.